donderdag, november 30, 2006

De twee diva's van Steeds Beter schitteren nog steeds!

De Biltse toneelvereniging Steeds Beter heeft twee leden die vanaf het begin - of vrijwel vanaf het begin - bij de club betrokken zijn: Miep Puijk- van der Velde (79) en Leny Hoep- Birkhoff (74). Deze twee dames, die je met recht de diva's van Steeds Beter kunt noemen, schitteren nog steeds in de mooiste rollen!

Wie de laatste jaren toneelvoorstellingen van Steeds Beter heeft bijgewoond, kan zich Miep Puijk ongetwijfeld herinneren in rollen als gewiekste barkeepster in 'Dag Slipperdag', als de prachtige Donna Constante in 'De brief van Don Juan' of als 'Smitje' in 'Een beeld van een man', een stuk dat in 2005 vele malen voor senioren is gebracht. Op haar achttiende speelde zij al met succes een 80-jarige opoe. Bedelares, deftige dame, volksvrouw, waarzegster…. het maakt Miep niet uit welke rol zij heeft. ''Je maakt er gewoon wat van!''


Vlak na de oorlog in 1945 kreeg de toen 18-jarige Miep samen met vele anderen die in het vroegere Jodendom woonden, een brief in de bus: er zou een nieuwe toneelvereniging worden opgericht, en belangstellenden konden hun acteertalenten tonen tijdens een eerste bijeenkomst in café De Zilvervos. ''Het hele zaaltje zat vol gegadigden. Vind je het gek: na vijf jaar oorlog, waarin je 's avonds de deur niet uit mocht, wilde iedereen wel eens wat anders. Toneelspelen leek me hartstikke leuk, dus ik was er ook!
Oprichter Jo Beckers beoordeelde iedereen die uit een boekje een stukje voorspeelde, en het gevolg was een groot aantal leden (voor het overgrote deel jongeren) voor de nieuwe club. Vervolgens kwam er weer een brief met de vraag een naam voor de nieuwe vereniging te bedenken. Zelf bedacht ik de naam Polyhymnia (hoe ik daarbij kwam, weet ik nog steeds niet!), maar een meisje bij mij in de buurt kwam met 'Wij hopen steeds beter'. Omdat het woord 'hopen' ook een andere betekenis heeft, werd het 'Steeds Beter'.'' Op 6 januari 1946 werd de vereniging officieel opgericht, en vanaf die datum bracht de vereniging elk jaar minstens twee uitvoeringen. ''De eerste keer in het zaaltje van de Miltybar, maar daarna in Concordia (het huidige Heidepark).
Een uitvoering werd altijd afgesloten met een bal. De stoelen gingen dan aan de kant, en dansen maar! Toen Concordia een bioscoopzaal werd, hebben we de uitvoeringen verplaatst naar De Schouw en vervolgens De Schakel. We speelden ook voor onder anderen militairen en tbc-patiënten.''
Op een gegeven moment kreeg Miep een verloofde die het niet leuk vond dat zij op de planken stond, en Miep verliet de vereniging. Toen deze relatie verbroken werd, ging zij bij de toneelvereniging van FAK spelen. Zij trouwde met Jan Puijk en kreeg het druk met het opvoeden van hun kinderen. ''Na 12 ½ jaar kwam ik weer bij Steeds Beter. Dat was in 1962, en vanaf dat moment is Jan begonnen met de decorbouw. Hij is nu ook alweer bijna 45 jaar lid!'' De repetities vonden in het begin bij leden thuis plaats. Later was er een repetitieruimte bij WVT, toen in De Schakel, vervolgens in de Morgensterkerk en tenslotte in de voormalige kantine van BVC, die een aantal jaren geleden gesloopt is.
Momenteel wordt er in de Patioschool gerepeteerd. ''De meubels voor een voorstelling kwamen bij de leden thuis vandaan. Mijn bankje heeft heel wat keren op het podium gestaan! Vooral in de beginjaren hadden we veel publiek, maar met de komst van de televisie werd dat minder. Ik vind het nog steeds heerlijk om in de huid van een ander te kruipen. Zo hebben we nu bij het Seniorentoneel - een groepje leden dat stukken instudeert voor verzorgingshuizen en ouderenverenigingen - een nieuw stuk, waarin ik mijn vent voortdurend op z'n kop zit.
Heerlijk!''


Leny Hoep-Birkhoff had het toneelspelen al als klein meisje in zich. ''Op de kleuterschool werd ik er al uitgepikt om in stukjes te spelen, en op het kinderkoor van meester Kroon moest ik altijd naar voren komen om iets uit te beelden.'' In 1948 zag Jo Beckers, voorzitter van Steeds Beter, haar spelen bij de toneelvereniging Waterweg.
Hij vroeg de toen 17-jarige Leny of zij een gastrolletje wilde spelen in 'Muggen om de kaars', en vanaf die tijd is zij lid. In totaal heeft ze bij Steeds Beter ongeveer 130 rollen gespeeld!
Na haar debuut bij Steeds Beter kon zij meteen meespelen in een aantal groots opgezette openluchtspelen. ''Eerst 'Regina' in 1949, en toen 'Im weissen Rössl' in 1950, beide uitgevoerd bij het natuurbad De Biltse Duinen. Het waren co-producties van alle toen nog bestaande toneelverenigingen, waarop duizenden toeschouwers afkwamen. De firma De Jong bouwde de decors. Destijds bestonden er zeven toneelverenigingen: naast Steeds Beter waren dat het Bilthovens Toneel, De Hoveniers, de Waterweg, 40-45, Sluik (Looydijk) en Humoresque (WVT). We hebben in die jaren ook een paar keer in de openlucht voor het huis van mijn broer in Maartensdijk gespeeld, zoals het stuk 'De duistere gast'in 1950.'' In 1952 vond bij De Biltse Duinen het laatste openluchtspel plaats, 'Verdeeld Kamp'. Daarna was er geen geld meer voor dergelijke grootse spelen. Leny heeft vele plakboeken met foto's en recensies vanaf haar eerste rol bij Steeds Beter.
Hierin bladerend, vertelt zij: ''Mijn eerste grote rol kreeg ik in 1951. En kijk, de recensie was meteen al lovend!''
Haar man Kees kwam in datzelfde jaar bij de vereniging en speelde toen mee in 'Tehuis voor Daklozen'. Later werd hij regisseur van ongeveer dertig stukken en was hij ook nog een tijdlang voorzitter. Leny is maar liefst 25 jaar penningmeester geweest. ''In de beginjaren hadden we heel veel donateurs, die ieder een rijksdaalder per jaar betaalden: tienmaal een kwartje. Die kwartjes werden jarenlang opgehaald door 'tante Leentje Inkenhaag'.'' Bij Leny zit het acteren in het bloed, al geeft ze toe geen type te zijn voor kluchtige rollen. ''De leukste rollen vind ik die waarin ik een beetje van mezelf kan laten zien. Ik speel toneel om even in de huid van een ander te kunnen kruipen en de mensen een plezier te doen. Het is altijd fijn hiervoor waardering te krijgen.
Zo doe ik ook graag iets op feestjes van bekenden. Eerlijk gezegd had ik nooit gedacht dat Steeds Beter zo lang zou bestaan. Ik heb altijd gezegd: Als we de vijftig jaar hebben gehaald, dan is het afgelopen. Dit is me 200 procent meegevallen! Dat komt vooral omdat we er langzamerhand leden bijkregen die op hun eigen manier heel veel voor de vereniging doen.'' Leny neemt geen rollen meer aan voor de jaarlijkse uitvoeringen. ''Ik speel alleen nog maar mee met het Seniorentoneel. De repetities zijn gezellig en de stukken zijn leuk; dat geldt ook voor de doelgroep. Ik heb er nu een nieuwe hobby bij: bridgen, waarbij je ook je hersens moet gebruiken!''